Statenvertaling
(24:7) En hij zeide tot zijn mannen: Dat late de HEERE ver van mij zijn, dat ik die zaak doen zou aan mijn heer, den gezalfde des HEEREN, dat ik mijn hand tegen hem uitsteken zou; want hij is de gezalfde des HEEREN!
Herziene Statenvertaling*
En hij zei tegen zijn mannen: Moge de HEERE er geen sprake van laten zijn dat ik ooit zoiets zou doen bij mijn heer, bij de gezalfde van de HEERE, dat ik mijn hand tegen hem uit zou steken, want hij is de gezalfde van de HEERE.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Hij zeide tot zijn mannen: De Here beware mij ervoor, dat ik aan mijn heer, aan de gezalfde des Heren, dit zou doen, dat ik mijn hand aan hem zou slaan want hij is de gezalfde des Heren.
King James Version + Strongnumbers
And he said H559 unto his men, H376 The LORD H4480 - H3068 forbid H2486 that H518 I should do H6213 ( H853 ) this H2088 thing H1697 unto my master, H113 the LORD'S H3068 anointed, H4899 to stretch forth H7971 mine hand H3027 against him, seeing H3588 he H1931 is the anointed H4899 of the LORD. H3068
Updated King James Version
And he said unto his men, The LORD forbid that I should do this thing unto my master, the LORD's anointed, to stretch forth mine hand against him, seeing he is the anointed of the LORD.
Gerelateerde verzen
Romeinen 12:14 - Romeinen 13:2 | 1 Koningen 21:3 | Matthéüs 5:44 | 2 Samuël 1:14 | Job 31:29 - Job 31:30 | 1 Thessalonicenzen 5:15 | 1 Samuël 26:9 - 1 Samuël 26:11